dinsdag 27 november 2012

Interview ambulante begeleider Kentalis

‘Soms denk je een oplossing te hebben, maar dan ontstaat er toch weer iets nieuws’


Vrijdag 26 oktober hadden wij een interview met Ilse Derksen, ambulant begeleider werkende bij Kentalis.
Kentalis wil haar klanten de beste zorg en het beste onderwijs bieden. Hiervoor hebben ze vele scholen en begeleiders die kinderen met communicatieve problemen proberen te helpen.
Mevrouw Derksen is een ambulant begeleider en probeert onder andere onze school goed te laten weten hoe we het best kunnen omgaan met kinderen met communicatieve problemen. Ze vind dit erg leuk om te doen: ‘Je ziet in eerste instantie dat het eerst heel moeilijk was, en dat het door onze hulp echt veel beter gaat, dat de andere kinderen en leraren het kind met een autistische beperking beter begrijpen hoe het met het kind gaat.’
Ook vind mevrouw Derksen autisten heel speciaal: ‘je bent altijd op zoek naar wat diegene nodig  heeft om goed te kunnen leren en functioneren. Soms denk je een oplossing te hebben, maar dan ontstaat er toch weer iets nieuws.’

‘Er is niet één standaard plaatje, iedereen is anders, zo ook autisten. Sommige jongeren hebben heel veel moeite om te begrijpen wat iemand bedoelt. Hun hersenen interpreteren een vraag bijvoorbeeld dan net iets anders als dat die bedoelt is. Het is dan bijvoorbeeld moeilijk een antwoord te vinden op een vraag omdat ze die niet begrijpen.
Anderen vinden het heel moeilijk om zich aan dingen te houden, en kunnen moeilijk zelf een vraag stellen.
Anderen hebben weer dat ze moeite hebben om zich in te leven in andere mensen, dat ze zo in hun eigen wereldje zitten dat ze moeite hebben om te begrijpen hoe het kan dat andere mensen elkaar zo goed begrijpen. Dat zijn een paar voorbeelden van situaties hoe mensen met een autistische stoornis kunnen zijn.’

Aangezien elk kind anders is, moet elk kind ook anders geholpen worden. Voorbeelden van dingen die ze doet is het helpen met plannen, het helpen met het voorbereiden van een opdracht of met mensen op het MBO, helpen met het voorbereiden op een stage.
Ook helpt mevrouw Derksen de leraren, ze licht ze in hoe ze het beste met het kind om kunnen gaan. ‘Alle docenten weten hoe ze die leerling het beste kunnen begeleiden. Als ze weten hoe de handleiding van die leerling is, dan gaat die leraar even langs bij de leerling voor een kort gesprekje. De leraren moeten ook van tevoren goed vertellen als er iets anders gebeurt dan dagelijks, bijvoorbeeld met een sportdag. De mentor moet goed vertellen wat ze kunnen verwachten en mee moeten nemen.’
Verder kan het volgens mevrouw Derksen enorm helpen als de leerlingen op de school begrip hebben voor de kinderen met autistische beperkingen.
‘Als er zo iemand naast je zit kun je kijken of je deze persoon ergens mee kunt helpen. Vooral als diegene niet zoveel zegt en een beetje voor zich uitstaart.’
Mensen met een autistische beperking kunnen soms erg eenzaam zijn. Juist daarom is het goed om zo iemand af en toe te helpen.

Binnen een familiesituatie kunnen dingen soms anders werken dan op school. Iedereen kent elkaar en weet over het algemeen van de beperking van het kind met de autistische stoornis af. Hoe het er echter verder aan toe gaat hangt natuurlijk ook heel erg af aan de familie. Toch is er een ding dat in bijna elke familie belangrijk is, structuur. 
‘De familie moet duidelijk maken wat de dag brengt en hoe de dag eruit gaat zien. Kinderen met een autistische beperking moeten weten wat ze kunnen verwachten, zodat ze niet in de stress kunnen raken. Dat helpt heel erg veel bij autisten. Een soort van vaste dagindeling hebben.’

We vroegen mevrouw Derksen vervolgens of er een groot verschil is tussen oudere en jongere autisten: ‘Ja, dat verschil is er. Iemand die wat ouder is heeft vaak langer begeleiding gehad, en heeft dus meer zicht op zijn eigen stoornis en hoe hij daarmee om moet gaan. Iemand die jonger is heeft vaak meer nieuwe problemen, maar naarmate diegene ouder wordt, worden oudere problemen weer afgesloten. Autisme gaat niet over, maar je kan er voor jezelf wel meer begrip voor hebben en er beter mee omgaan naarmate je ouder wordt.’

‘De oorzaak van autisme is niet te bepalen. Als we dat wisten zou het voor iedereen veel makkelijker zijn om oplossingen te zoeken. Wat wel zo is, is dat we zien dat het in veel families voorkomt. Er lijkt dus wel een genetische link te zijn. Er is al heel veel onderzoek naar gedaan, en dat zal altijd zo door blijven gaan.’

Autisten hebben veel moeite met een aantal dingen, maar ze hebben ook heel veel speciale kwaliteiten. Zo kunnen ze zich heel goed aan afspraken houden, kunnen secuur werken en hebben veel humor. Met hun vele kwaliteiten kunnen ze dus heel goed functioneren in onze samenleving: ‘Het is wel heel belangrijk dat ze een goede taak krijgen die bij hun hoort. Ze hebben moeilijke kanten, maar natuurlijk ook hele goede kanten. Ieder persoon heeft zijn kwaliteiten, dus als iemand een ding heel goed kan, moet hij daar een baan voor krijgen. Er moet veel begrip zijn, en natuurlijk ook hele goede begeleiding.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten